Doorgaan met de huidige fossiele exporteconomie met de bijbehorende (gesubsidieerde) lage prijzen is een doodlopende weg vanwege alle schade aan mens, milieu, natuur en klimaat. Nieuwe inzichten met bijbehorende gedragsverandering bieden kansen. Drie voorbeelden.
1. Minder mest is de kunst
In Zeeland staat Yara, de grootste kunstmestfabriek van West-Europa. Het is enorm energie-intensief om kunstmest te maken. Yara staat op nummer 5 van de industriële CO2 Top 10, ondanks serieuze pogingen om minder energie te gebruiken, die echter deels teniet worden gedaan door bedrijfsgroei.
Kunstmest was in de vorige eeuw het wondermiddel voor snelle groei van planten en paste in de naoorlogse wens om veel voedsel te kunnen produceren. Inmiddels is Nederland na de VS de grootste voedselexporteur ter wereld. De eenzijdige nadruk op export zorgen hier voor verlies van biodiversiteit, bodem- en watervervuiling (door o.a. pesticiden), te hoge stikstofuitstoot, waterverbruik en klimaatopwarming (door o.a. methaan). Kunstmest put de bodem uit, waardoor landbouw op termijn onmogelijk wordt. En waarom kunstmest gebruiken in een land met een overschot aan dierlijke (en menselijke) mest?
Het gedrag moet om: van landbouw gericht op zoveel mogelijk productie per oppervlakte voor de export naar lokale circulaire biologische landbouw met o.a. strokenteelt. Kortere productieketens met meer inkomsten voor de boer. Waarom sperziebonen halen uit Egypte of Kenia? Eet liever meer lokale producten van de koude grond, zoals vroeger gebruikelijk was. En iedereen kan zonder aardbeien en kersen buiten het seizoen.
Lelies en rozen zitten vol met gif en chloor. Rozen en andere sierbloemen komen uit energieslurpende kassen. Sierbloemen gaan met het vliegtuig naar andere landen, om daar na korte tijd in de container te verdwijnen. Sierteelt is een aanslag op mens, natuur en klimaat.
De natuurlijke mestproductie kan worden beperkt tot de lokale voedselproductie. Minder transporten van exoten buiten de EU. En de vleesproductie halveren door eerlijke beprijzing. Veel minder intensieve veeteelt verlaagt de uitstoot van broeikasgassen, het watergebruik, het gebruik van antibiotica en het aantal stalbranden. Maar ook de verspreiding van ziekteverwekkers, zoals de varkenspest, vogelgriep, Q-koorts en coronavirussen.
Een kunstmestarme samenleving is een keuze. Het maakt het extreem energie-intensieve Yara grotendeels overbodig.
2. Kledingindustrie
Deze industrie is verantwoordelijke voor 10% van alle CO2-uitstoot wereldwijd. De productie is deze eeuw verdubbeld, net als de berg kledingafval. Dat komt door ‘fast fashion’ met steeds snellere en goedkope collecties van wegwerpkwaliteit. Zara maakt bijvoorbeeld 24 collecties per jaar en H&M tussen de 12 en de 16. Vorige eeuw waren dat er gemiddeld 5.
De vele gratis retourzendingen van webshops maken de afvalberg nog groter.
Na de landbouw verbruikt deze industrie het meeste water. Een T-shirt kost 2.500 liter, een broek het drievoudige, vooral door het gebruik van katoen. Geverfde kleding zorgt voor 20% van alle watervervuiling. Het veelgebruikte polyester stoot driemaal zoveel CO2 uit als katoen en veroorzaakt mede door het wassen naar schatting een derde van alle (micro)plastics in oceanen. De arbeidsomstandigheden zijn dramatisch en dat verklaart mede de lage prijzen.
Kan het anders? Modecampagnes zijn pure marketingtrucs om meer aankopen uit te lokken. Beter is om veel minder kleding kopen, maar wel van goede kwaliteit. Maar ook kleding onderling ruilen of doorverkopen. Of maak gebruik van tweedehands winkels. Zelfs huren is mogelijk. Kleding zelf maken, zoals vroeger gebruikelijk, is in opkomst. Wordt de duurzame kledingcyclus de nieuwe mode?
Kleding verdient een eerlijke prijs, waarmee de klimaat- en milieuschade omlaag gaat. Een eerlijke prijs verlaagt ook het aantal (impuls)aankopen en fast fashion verdwijnt naar het museum.
3. Luchtvaart
Naast kolencentrales, biomassa(bij)stook, olie- en chemiebedrijven en de glastuinbouw is de luchtvaart ook een bedrijfstak met een ‘eindeloze’ en zwaar gesubsidieerde fossiele groei. Zonder ingrijpen verbruikt deze luidruchtige en vervuilende bedrijfstak bijna het volledige in 2050 nog beschikbare landelijke CO2-budget.
Pre-corona is Schiphol na Frankfurt de drukste luchthaven in Europa, ook ’s nachts. De overstappers uit het buitenland betreft een derde van alle passagiers. Die overstappers zijn een bewuste keuze voor het verdienmodel van KLM en Schiphol, maar maatschappelijk volledig overbodig en vooral schadelijk door alle lawaai, vervuiling (o.a. ultrafijnstof, stikstof en roet), ruimtebeslag en CO2-uitstoot.
Zakenreizigers vormen ook een derde van alle passagiers. Hebben die nooit gehoord van videoconferencing en elektronisch communicatie? Door corona is dat besef zeker gegroeid, zodat het aantal zakenreizen fors omlaag kan.
De rest zijn vakantievluchten en ‘funflights’ (zoals een weekendje shoppen in Barcelona) met low-cost maatschappijen. Low-cost, omdat vliegen is vrijgesteld van BTW, accijns, CO2-, lawaai- en milieubelastingen. De jaarlijks misgelopen opbrengsten voor de belastingbetaler: minimaal € 2½ miljard plus € 744 miljoen aan (overbodige) aandelen in 2019. KLM is veruit de grootste coronasteuntrekker met € 4,9 miljard in 2020 en 2021 voor de overwegend buitenlandse aandeelhouders van KLM.
Aantal miljoenen passagiers via Schiphol van 1992 t/m 2017
De noodzakelijke krimp van de luchtvaart is snel realiseerbaar met veel meer heffingen zonder allerlei vrijstellingen. En door de ontbrekende (natuur)vergunningen van Schiphol eindelijk te gaan handhaven, waardoor het aantal vluchten al per direct met 100.000 (20%) daalt. Door een kwantum te introduceren voor de alle doelgroepen kan het aantal vluchten op korte termijn halveren, zonder nadelen voor de ‘BV Nederland’.
Minder vliegen en minder vliegvelden betekent ook meer ruimte voor de noodzakelijke woningen rond Schiphol, Rotterdam Zestienhoven en Lelystad.
Om te voorkomen dat alleen de portemonnee gaat bepalen wie nog kan vliegen is een jaarlijks niet-overdraagbaar vliegkilometerbudget per inwoner (inclusief zakelijke reizen) een optie. Veel minder vliegen is een noodzakelijke gedragsverandering, die kan worden opgelegd in het belang van alle inwoners.
Fossiele subsidies inzetten tegen klimaatopwarming
De snelste CO2-besparing wordt bereikt door afscheid te nemen van energieslurpende en (deels) overbodige producten en diensten en bijbehorende geldstromen. Een natuur- en klimaatcrisis betekent maatschappelijke aanpassingen en keuzes maken, net als tijdens corona. Iedere inwoner kan zich daarvoor inzetten.
Maar dan moeten we wel af van een overheid die zelfs in 2021 de groei van de fossiele economie stelselmatig en overvloedig subsidieert. En ernstig nalatig omgaat met de handhaving van (milieu)regels bij de grootste vervuilende CO2-producenten, zoals Tata Steel, Schiphol/KLM, de asfaltindustrie, de afvalbedrijven, de intensieve landbouw, de (petro)chemie en (biomassa)energiebedrijven.
Alle huidige geldstromen naar fossiele vervuilers afbouwen levert voldoende geld op om financieel volledig over te kunnen stappen op een fossielvrije, natuurinclusieve samenleving.