Dominante diersoorten
Geologische tijdperken zijn deels ingedeeld op zogenaamde massa-extincties, een gebeurtenis waarbij veel plant- en diersoorten verdwijnen op land en in het water. Een bekende massa-extinctie is die bij de overgang van het Krijt naar het Tertiair, 66 miljoen jaar geleden.
De dominante diersoort van dat tijdperk, de dinosaurus, stierf toen uit. De dinosaurus heeft echter niets bijgedragen aan de toenmalige verwoesting van het ecosysteem en het eigen uitsterven. Maar hoe zit dat met de huidige dominante diersoort?
Opwarming versnelt
Het was in 2022 droger dan ooit, er is steeds meer zon en de zeespiegel stijgt verder. Vooral in de zomer viel hier 40 procent minder neerslag, met juist meer zonnestraling.
In Nederland was het 1,1 graden warmer dan in het gemiddelde sinds 1991. Dat is een recordstijging van de temperatuur in slechts 30 jaar.
De temperatuur is hier sinds 1901 gestegen met 2,3 graden, bijna twee keer zoveel als de wereldwijde opwarming met 1,2 graden. Nederland bereikte de 1,5 graad opwarming al in het jaar 2000. Daarmee zijn beide in het klimaatakkoord van Parijs vastgelegde grenzen voor het jaar 2100 hier al 80 jaar eerder ruimschoots overschreden. En dat heeft gevolgen.
Inmiddels zijn er ook hittegolven onder water. De Stille Oceaan warmt sneller op, waardoor de zeespiegel sneller stijgt, de natuurlijke regenval wereldwijd verandert en zeedieren gaan zich gaan verplaatsen. Het ecosysteem raakt uit balans.
Warm zeewater kan bovendien minder CO2 opslaan. Aangezien de zee het grootste CO2-opslagvat op aarde is, zal nog meer CO2 in de atmosfeer terechtkomen en neemt het broeikaseffect toe.
Leefomgeving verandert nu al ingrijpend
Vanaf 1,5 graad wereldwijde opwarming gaan ecosystemen het begeven. Vanaf 2 graden wordt dat proces onomkeerbaar. Koraalriffen, de bron van veel zeeleven, zullen helemaal verdwijnen. Dat geldt ook voor veel natuurlijke bestuivers zoals insecten, waardoor (vruchten)bomen en planten zullen verdwijnen. De hoeveelheid insecten hier is in gewicht met 75% afgenomen.
Meer natuur zal verdwijnen door aanhoudende droogte, verbranding, verzilting en verzuring door stikstof en overbemesting. En door watervervuiling met medicijnresten, PFAS en pesticiden. Er dreigt zelfs binnen een paar jaar een tekort aan schoon water. Dat heeft ook gevolgen voor de voedselproductie.
Dat de natuur- en klimaatramp een groot effect heeft op boeren, burgers en bedrijven wereldwijd staat vast. Alle negatieve ontwikkelingen voor de mensheid zijn bovendien aan het versnellen.
Voorbeelden uit Zuid-Europa
De Spaanse stad Valencia heeft aan het eind van afgelopen winter een leeg spaarbekken, terwijl het vol water had moeten staan voor de droge zomermaanden. Ook in het noorden en noordoosten is het al maanden veel te droog met bosbranden, waardoor stuwmeren droogvallen en oogsten dreigen te mislukken. Steeds meer landbouwgrond verdwijnt permanent met alle gevolgen voor de 47 miljoen inwoners.
Povlakte: van de Alpen tot aan de Adriatische kust.
Vorige zomer stond de rivier de Po historisch laag in de zomer. Dit jaar start de laagstand al in maart, wederom door de beperkte sneeuwval in de Alpen. De Povlakte is de agrarische en industriële motor van de Italiaanse welvaart voor bijna 60 miljoen inwoners.
Nederland
Wat gebeurt als Nederland steeds minder (zoet) rivierwater krijgt uit het buitenland? Drinkwater op rantsoen? Minder waterintensieve industrie, landbouw en drankenproductie? Minder scheepvaart door laag water? En komen Europese klimaatvluchtelingen deze kant op?
In deel 2 meer over de veranderende Nederlandse leefomgeving en wat er aan gedaan kan worden.