Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is het netwerk van natuurgebieden door het hele land dat in 2027 klaar moet zijn, in totaal 80.000 hectare nieuwe natuur. Maar in het huidige tempo gaat dat niet lukken. Terwijl de nieuwe natuur hard nodig is voor de biodiversiteit. Net als een halvering van de stikstofneerslag en het verlagen van het pesticidegebruik.
Achter op schema
Het omzetten van landbouwgrond in natuur wordt steeds meer een hoofdpijndossier. “De makkelijkste, en goedkoopste gronden zijn inmiddels verworven”, zegt Raoul Beunen, universitair hoofddocent omgevingsbeleid bij de Open Universiteit. De gronden die overblijven, zijn volgens Beunen de duurdere. En percelen van boeren, die deze weigeren te verkopen voor het natuurnetwerk of weigeren hun land zelf te veranderen in natuur. Want dat levert hen te weinig op.
Lukt het niet het natuurnetwerk in 2027 af te ronden, dan dreigen juridische problemen. “Dan kan de Europese Commissie in actie komen en een rechtszaak tegen Nederland beginnen”, zegt Chris Backes, hoogleraar Omgevingsrecht aan de Universiteit van Utrecht. Het Nederlandse natuurherstelplan is immers niet los te zien van het Europese beleid tot herstel van soortenrijkdom.
Natuur is te laag geprijsd
In 1990 startte toenmalig minister van natuurbeheer Gerrit Braks (CDA) de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Uiterlijk in 2018 moest de Nederlandse natuur met ongeveer 250.000 hectare zijn uitgebreid naar ten minste 728.000 hectare.
Rond 2010 bezuinigde staatssecretaris Henk Bleker (CDA) flink op natuurbeleid. Ook maakte hij de provincies verantwoordelijk voor natuurbeleid. De naam veranderde in Natuurnetwerk Nederland, de deadline ging van 2018 naar eind 2027, en de ambities voor het natuurnetwerk gingen flink omlaag naar 668.000 hectare.
Nu, tien jaar na de decentralisatie, valt de realisatie van het natuurnetwerk opnieuw stil. Het hoofdprobleem is dat natuurgrond in Nederland veel minder waard is dan landbouwgrond, zegt Paul Makken. Hij is belangenbehartiger bij de ANWB, die openlijk voor uitbreiding van het natuurnetwerk pleit. Door het prijsverschil tussen natuurgrond en landbouwgrond is herbestemmen voor natuur financieel onaantrekkelijk. Zo kocht de provincie Gelderland in het Binnenveld landbouwpercelen voor ongeveer 50.000 euro per hectare, wijzigde de bestemming naar natuur en verkoopt de grond nu voor zo’n 10.000 euro per hectare. Om dit soort situaties te vermijden, moedigen provincies grondbezitters aan om van hun land zélf natuur te maken. Maar ook dat werkt niet. De subsidies wegen vaak niet op tegen de waardevermindering van de grond.
Ambitie schiet tekort
Hoewel de totstandkoming van het NNN hapert, blijft vrijwillige medewerking van grondeigenaren voor veel provincies een uitgangspunt. Onteigening gebeurt zelden tot nooit, blijkt uit telefoongesprekken met de provincies. De meeste willen alleen onteigenen voor natuur met een ‘groot ecologisch belang’, zoals Natura-2000-gebieden.
Maar “een vorm van dwang is wel welkom als je een groot, nationaal plan hebt”, zegt Makken van de ANWB. Ook moet het Rijk de verantwoordelijkheid voor het natuurnetwerk weer oppakken, vindt hij. “De ambitie is weggegeven aan de provincies, en daarna is er geen aandacht meer aan besteed.” Daar sluit Raoul Beunen zich bij aan. Hij ziet de toekomst van het natuurnetwerk niet rooskleurig in. “Het komt alleen af als de overheid er veel geld voor vrijmaakt en onteigening gaat inzetten.”
Prioriteiten in Zuid-Holland en Waddinxveen
Met een realisatie van slechts 20% loopt Zuid-Holland het meeste achter bij de (verlaagde) natuurdoelstelling. Vooral omdat deze provincie al drie decennia bestuurlijk voorrang geeft aan industrie, asfalt, bebouwing, veeteelt, landbouw en kassen. Zuid-Holland produceert bijna de helft van alle CO2 in Nederland.
Waddinxveen gedraagt zich bestuurlijk net als Nederland en Zuid-Holland Ook hier wonen de meeste mensen in het zuiden en westen tussen industrieterreinen, kassen en wegen. Waaronder een extra rondweg (Nieuwe Vredenburghlaan) met alle lawaai, luchtvervuiling en CO2-uitstoot. Dit volgebouwde gebied is ook nog de aanvliegroute voor Rotterdam en Schiphol met alle bijbehorende lawaai en vervuiling.
Eén glastuinder verbruikt evenveel energie als alle woningen in Waddinxveen. Met de komst van Glasparel, het 4e industrieterrein, verveelvoudigt de gemeente het Waddinxveense energieverbruik, de bijbehorende CO2-uitstoot en luchtvervuiling. De gemeentelijke keuze voor 3 enorme biomassacentrales bij woonwijken met jaarlijks 10.000 extra vrachtwagenritten maakt de situatie nog alarmerender.
Deze politieke keuzes staan haaks op de intenties van het ondertekende Schone Lucht Akkoord en het Klimaatakkoord.
Vernielen van bomen
De gemeente kapt en vernielt steeds meer bomen. In strijd met de eigen regels uit het Groenstructuurplan begraaft de gemeente tientallen bomen aan de Zuidelijke Rondweg in zand, met onherroepelijk afsterven tot gevolg. Een klein groenstrookje tussen de Nieuwe Vredenburghlaan en de wijken Zuidplas en Triangel is mogelijk alles wat resteert als ‘natuur’.
Eenzijdige politieke nadruk op de korte termijnbelangen van de industrie, de glastuinbouw en de tientallen miljoenen aan subsidies voor een paar houtverbrandende ondernemers gaat ten koste van de natuur, de leefomgeving, het klimaat en verkort de levensduur van inwoners in Waddinxveen.
Bronvermelding: bij de totstandkoming van dit artikel is gebruik gemaakt van een interview uit Trouw.