Begin augustus heeft de gemeente in haar eigen rubriek in Hart van Holland een aankondiging geplaatst van de biomassacentrale aan de ‘Zesde Tochtweg nabij 9’ met de datum van 17-07-2018 en de afsluitende tekst ‘Bezwaar is nog niet mogelijk’.
Volgens de gemeente kan er pas bezwaar gemaakt worden, nadat de provincie via haar Omgevingsdienst Midden-Holland (ODMH) een besluit heeft genomen over de voorgenomen bouw. ODMH wacht nog op aanvullende stukken. Vervolgens gaat dat provinciale besluit en alle bijbehorende stukken naar de gemeente, die voor de publicatie zorgt inclusief de mogelijkheid voor bezwaar gedurende 6 weken.
Navraag bij ODMH leert dat zij het ‘bevoegd gezag’ is m.b.t. de (bouw)vergunning en dat het besluit en alle bijbehorende stukken naar verwachting vanaf midden september wordt verwacht. Het is in dit stadium overigens niet uit te sluiten dat de hoogte van het gebouw mogelijk in strijd is met het bestemmingsplan Glasparel.
Daarnaast heeft ODMH in juli 2018 een besluit m.b.t. de omgevingsvergunning van de biomassacentrale aan de Tweede Bloksweg (het Wagro-terrein) gepubliceerd. Die kunt u hier lezen.
Milieueffectrapportages en vergunningen
Ander aandachtspunt is de gang van zaken rond de milieueffectrapportage (m.e.r.) en vergunningen. Navraag bij de commissie m.e.r. maakt duidelijk dat een vergunning in principe los staat van de m.e.r. Of beter gezegd, dat de beoordeling of een m.e.r. nodig is, los staat van de benodigde vergunning(en).
In tegenstelling tot wat eerder stond vermeld bij onze conclusies over biomassa speelt het vermogen (in MW) van de centrales geen rol bij een m.e.r.-beoordelingsbesluit. Maar wel bij een vergunningsaanvraag of bestemmingsplan, vandaar de eerdere verwarring op dit punt. De gemeente blijkt twee centrales van 14,9 MW vergunningsvrij te hebben toegestaan, terwijl deze centrales dichtbij elkaar liggen en opgeteld ruim boven die vergunningsvrije grens uitkomen?
Volgens Wagro past één grote centrale niet in het bestemmingsplan van Glasparel. Maar als Wagro die grote centrale opsplitst in twee stuks en het tweede exemplaar op de Tweede Bloksweg plaatst, net over de rand van Glasparel, voldoet Wagro dan formeel aan het bestemmingsplan? Heeft Wagro middels de opsplitsing over twee locaties het bestemmingsplan omzeilt? En deze constructie herhaald door een van zijn voorheen twee centrales op de Zesde Tochtweg door te verkopen? Wat is hierbij de rol van de gemeente?
Gezien de capaciteit van de biomassacentrale aan de Zesde Tochtweg nabij nr 9 is het aannemelijk dat deze centrale, net als die op het Wagro-terrein, valt in categorie D 18.7 (installatie met een capaciteit van 50 ton per dag of meer) van het besluit milieueffectrapportage. Hetzelfde geldt voor de daarnaast (tot voor kort onbekende) gelegen centrale van Wagro aan de Zesde Tochtweg nr 7. Voor categorie D is in principe een m.e.r.-beoordelingsbesluit nodig om te bepalen of een volledige m.e.r. moet worden opgesteld door de eigenaar.
Volgens ODMH is dat besluit achterwege gebleven omdat geen omgevingsvergunning nodig zou zijn voor een centrale onder de 15 MW en de biomassacentrale zou volgens de gemeente Waddinxveen passen in het bestemmingsplan van Glasparel. Maar is het (juridisch) toegestaan dat de landelijke m.e.r.-regelgeving middels een lokaal bestemmingsplan ontdoken kan worden? En waarom staat in de m.e.r.-beoordelingsprocedure van Glasparel helemaal niets concreets over de drie biomassacentrales? En ook niet over de kippenfarm?
Salamitactiek
Voor de biomassacentrale aan de Tweede Bloksweg is in 2016 wel een m.e.r.-beoordelingsbesluit uitgevoerd. Maar waarom is de biomassacentrale aan de Zesde Tochtweg nabij nr 9 geheel buiten dit besluit gehouden? Ondanks de verbanden tussen beide centrales, zoals opgenomen in de eerder verleende vergunning?
Als beide centrales wel waren gecombineerd was deze combinatie ruimschoots geplaatst in categorie C 18.4 (installatie met een capaciteit van 100 ton per dag of meer). Voor categorie C is het opstellen van een m.e.r. altijd verplicht.
Volgens de commissie m.e.r. lijkt de situatie met de twee biomassacentrales op wat zij noemt ‘salamitactiek’. Daarbij wordt het oorspronkelijke plan door de eigenaar opsplitst in meerdere kleinere delen, bijvoorbeeld om de (kosten van de) regelgeving te ontwijken. Deze ‘salamitactiek’ is overigens al eerder met succes bestreden, aldus de commissie.
Warmtenet
Volgens het bevoegd gezag kan overigens geen enkele biomassacentrale in Waddinxveen worden gebouwd, voordat een (regionaal) warmtenet is aangelegd, zodat naast de opgewekte elektriciteit ook de warmte nuttig gebruikt kan worden.