Situatie per maart 2018
Een milieueffectrapportage (mer) is bedoeld om een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving te waarborgen. De kosten voor het opstellen van een mer zijn afhankelijk van de situatie en kunnen oplopen tot tienduizenden euro's. Deze kosten komen voor rekening van de eigenaar.
Een pluimveebedrijf heeft een mer nodig vanaf 60.000 kippen. Het college van B&W heeft in februari 2018 vlak voor de verkiezingen beoordeeld dat Pluimveebedrijf De Jong (op dat moment tevens wethouder) geen mer hoeft op te stellen. De aanvraag gaat over 59.998 stuks pluimvee. Wie heeft deze constructie bedacht? En wie gaat dagelijks het aantal kippen controleren? Terwijl de eigenaar vorig jaar in deze krant eerst aankondigde af te zien van een kippenfarm vanwege de (milieu)kosten en vervolgens zei te kiezen voor 30.000 biologische kippen?
De 59.998 stuks pluimvee produceren dezelfde hoeveelheid fijnstof als de drie biomassacentrales. Plus de gevolgen van het vrachtverkeer en de ammoniakuitstoot. En stankoverlast. Welke effecten heeft dit bedrijf op de inwoners?
Volgens de mer-beoordeling is (nog) niet onomstotelijk bewezen, dat in de omgeving van intensieve (pluim)veebedrijven meer longaandoeningen voorkomen vanwege alle uitstoot. Waarom wordt hier het voorzorgprincipe niet toegepast?
Meer afwegingen
We hebben in ons land een overschot aan kippen en eieren. Circa 1000 leghennenhouderijen produceren 11 miljard eieren en 1 miljoen ton kippenvlees per jaar (2015). Meer dan de helft gaat naar het buitenland. Nederland heeft in de EU de meeste kippen per km2. Een kippenfarm draagt nauwelijks bij aan de lokale werkgelegenheid; er werken gemiddeld iets meer dan 2 personen. Dus waarom nog een kippenfarm erbij?
Het voer bestaat doorgaans vooral uit soja uit Brazilië en draagt zo bij tot de ontbossing. Naast de uitstoot en mest is er ook nog de telkens terugkerende vogelgriep, die ook gevaarlijk kan zijn voor mensen. De intensieve pluimveehouderij lijkt in niets meer op een landelijke boerderij met wat rondlopende kippen, maar is een industrieel bedrijf en hoort thuis op een industrieterrein, ver weg van de bewoonde wereld. Dus waarom een kippenfarm aan de rand van Waddinxveen?
"Naleving van wet- en regelgeving bij ondernemers in meerdere ketenschakels schiet tekort of worden moedwillig overtreden", zegt inspecteur-generaal Rob van Lint van de NVWA over de pluimveesector in dit artikel, dat verscheen na het grootschalige misbruik van het verboden en giftige bestrijdingsmiddel fipronil.
De traditionele economische gedachte, waarbij de voordelen voor de eigenaar zijn en de nadelen voor de inwoners van Waddinxveen en onze planeet, staat op gespannen voet met het streven naar een meer duurzame wereld, waar de meeste partijen voorstander van zijn.
UPDATE: Duurzaam en klimaatneutraal is ook economisch haalbaar
Een duurzame kippenfarm met minimale fijnstofuitstoot én tevens klimaatneutraal is haalbaar. In Venray is de eerste 'Kipster' gebouwd met het 3-sterren Beter Leven-keurmerk van de Dierenbescherming en 1100 zonnepanelen. Met bijna evenveel kippen als De Jong vorig jaar in tweede instantie aankondigde, maar minder dan de helft van zijn huidige aanvraag. En de haantjes hoeven niet meer te worden vernietigd. Het bedrijf kan aardgasvrij en bijna emissieloos opereren. Lidl is de afnemer. Filmpje kijken?
Er blijkt behoefte aan meer duurzame eieren, ook in onze omgeving, zoals blijkt uit de bouw van een tweede Kipster in de Randstad. Duurzaam ondernemen en economische haalbaarheid gaan dus prima samen. De eerste Kipster is inmiddels een daverend succes, ook commercieel.
Wordt dit een uitgelezen mogelijkheid voor het college van B&W om haar voorbeeldfunctie in de praktijk te brengen en een concrete invulling te geven aan de duurzaamheid van bedrijven en de gezondheid van haar inwoners?
Verbeterde besluitvorming
Kleinschalige produktie voor lokale consumptie draagt minder bij aan klimaatverandering. Alle bedrijfsmatige inspanningen kunnen duurzaam en klimaatneutraal worden gerealiseerd. De gemeente zou duurzaam ondernemerschap vanuit haar voorbeeldrol beleidsmatig en actief kunnen stimuleren. En daarvoor ook het mer-instrument inzetten. Maar betrek vooral de inwoners actief bij deze besluitvorming, bijvoorbeeld middels een bindend referendum.