Het oplossend vermogen van de overheid voor veel maatschappelijke problemen is de afgelopen 13 jaar dramatisch afgenomen. Bestuurlijke onkunde en onwil, doorgeschoten marktdenken en uitstelgedrag leiden tot steeds hogere maatschappelijke kosten.

BBB klimaatillusie Doorzon

De voorlopige maatschappelijke rekening bedraagt 7 miljard bij de toeslagenaffaire, 24 miljard voor de natuurschade door stikstof en 35 miljard voor het Klimaatfonds.

Die fondsbedragen kunnen flink dalen zodra alle belanghebbenden, die financieel voordeel hebben (gehad) van de veroorzaakte natuur- en klimaatschade, verplicht gaan bijdragen aan het herstel.

Het ontstaan of verergeren van grote maatschappelijke problemen kan inmiddels steeds meer herleid worden tot politieke en ideologische keuzes. Net als het geval is met toeslagenaffaire en de aardbevingen in Groningen. En met de in die periode verder gegroeide ongelijkheid en armoede.

Wat kan concreet aan de ongelijkheid en de vele problemen m.b.t. de leefomgeving en gezondheid worden gedaan?

Systeemfouten repareren

De kostenstijgingen in de zorg liggen niet alleen aan de diagnose en (betere) behandelingen, (te) dure medicijnen of de vergrijzing, maar ook in de overheadkosten van het zorgsysteem. Met name in de financiering van de toenemende bureaucratie, de infrastructuur en het vastgoed, het verdienmodel van zorg-bv’s en de ideologische voorkeur voor concurrentie i.p.v. krachtenbundeling en samenwerking.

Ouderenzorg 21e eeuw TR

De zorg moet daarom minder gericht worden op bureaucratie, concurrentie en de mogelijkheden om zorggelden te laten verdwijnen in reclames, winsten, (voor)financiering en vastgoedtransacties.

De focus komt te liggen op meer samenwerking met o.a. collectieve inkoop, uiteindelijk EU-breed. Specialisten worden alleen betaald met publiek geld, als zij werken in loondienst en vallen onder het reguliere (financiële) toezicht.

De langdurige zorg lijdt onder de gemeentelijke willekeur en het eindeloos schuiven met beperkte geldpotjes rond de WMO, de jeugdzorg en de GGZ. Deze mislukte decentralisatie wordt teruggedraaid m.b.v. een vernieuwde AWBZ met gecentraliseerde langdurige zorg zonder leeftijdsgrenzen.

Ongelijkheid in baten en lasten

Bij de invoering in 2006 is de inkomensafhankelijke zorgpremie verdwenen. De hoge(re) inkomens betalen met nominale premies sindsdien relatief minder en de lagere inkomens juist meer. De latere komst van het eigen risico, de eigen bijdragen en het beperken van vergoedingen heeft die scheefgroei verder versterkt.

Ziek zijn kost steeds meer geld en zorgt voor meer financiële problemen, die weer zorgen voor meer zorgvraag. Of mensen mijden noodzakelijke zorg, wat op termijn juist voor hogere zorgkosten kan zorgen. De hoogte van de zorgtoeslag is onzeker en stuit in de praktijk op veel uitvoeringsproblemen.

Onbetaalbare behandeling Sigmund

Naast de vaste zorgpremie is er een soort zorgbelasting (ZVW) van circa 6% over het jaarinkomen tot ongeveer 70.000 euro, betaald door de werkgever. Gepensioneerden hebben geen werkgever en betalen deze ZVW dus zelf. Ouderen met een modaal pensioeninkomen betalen per saldo het dubbele voor exact dezelfde zorg als de werkenden, die bovendien niets hoeven te betalen voor de zorg van hun kinderen.

Na hun (vele) gesubsidieerde opleidingsjaren start een groot deel van de hogere inkomens veel later met werken en belasting betalen, dan een MBO’er of iemand zonder vervolgopleiding. Bovendien worden de hogere inkomens gemiddeld ouder met meer gezonde jaren AOW en pensioen.

De ongelijke behandeling van bevolkingsgroepen kan verdwijnen met de herinvoering van de inkomensafhankelijke zorgpremie, zoals Rutte II had beloofd maar niet heeft waargemaakt na verzet van zijn achterban met gemiddeld hogere inkomens.

De inkomensafhankelijke premie wordt geheven over het volledige inkomen én vermogen.

Het eigen (vrijwillige) risico en de eigen bijdragen tonen het ingebouwde gebrek aan solidariteit en verdwijnen volledig. Maar daar komt wel iets heel anders voor terug.

Preventie en leefstijl

Het grondrecht op zorg wordt verstrekt in combinatie met veel meer nadruk op een betere leefomgeving met minder gezondheidsschade door o.a. vervuiling en lawaai. Minder behandelingen worden mogelijk door meer preventie met betere werkomstandigheden, minder stress, minder verslavingen en minder schadelijk voedsel met te veel suiker, zout en vet.

Een meer verantwoorde leefstijl is medebepalend voor een lager beroep op zorg en de ziektewet. De huidige maatschappelijk (te dure) vrijblijvendheid en dogmatiek op dit gebied zal moeten afnemen.

Denk daarbij aan meer bewegen door sporten te bevorderen en slecht voedsel veel duurder maken dan gezond voedsel. Meer laaghangend fruit zijn het roken afbouwen binnen 5 jaar, net als het actief ontmoedigen van alcohol- en ander zwaar drugsgebruik.

alcohol abuse

Tijdens de coronalockdowns was er veel minder maatschappelijke overlast van overmatig alcoholgebruik. Maar daarna liep het alcoholmisbruik zoals ‘gewoonlijk’ weer uit de hand thuis, in uitgangsgelegenheden, het verkeer, voetbalstadions en op vakantiebestemmingen. Deze maatschappelijke overlast en schade wordt aangepakt met heffingen, (lokale) alcoholverboden, een reclameverbod en serieuze handhaving.

Het eerder besproken basisinkomen zal ook helpen om het beroep op de zorg inclusief de GGZ te beperken.

Maatschappelijke keuzes

De inwoners en de leefomgeving verdienen de hoogste maatschappelijke prioriteit. Waarbij een beschaving zich kenmerkt voor de structurele aandacht, bescherming en zorg voor minderheden, de minder bedeelden, de (medisch) zwakkeren en de kwetsbare leefomgeving.
Het basisinkomen zorgt voor een grondwettelijke bestaanszekerheid voor iedereen.
 

Gezondheid en leefomgeving gaan boven bedrijfswinsten. Bedrijven en (overheids)instellingen worden dienend aan inwoners met onschadelijke en maatschappelijk meer nuttige producten en diensten. Hergebruik en een veel langere gebruiktermijn worden verplicht, ook voor hard- en software.

Multinationals en vermogenden krijgen geen ruimte voor belastingontduiking. Ze gaan meer bijdragen aan de maatschappelijke voorzieningen zonder (fossiele) subsidies, aftrekposten of belastingkortingen.

Niet de manipuleerbare modellen die (milieu- en klimaat)stapelingseffecten negeren, maar het voorzorgprincipe wordt leidend in alle bestuurlijke processen en besluiten. Net als de WHO-normen voor water, lucht, bodem en lawaai.

Bloemen zitten vol met gif Gerrit De Jager

Het Ctgb laat doelbewust aantoonbaar gevaarlijke pesticiden toe

Het Europese Hof in Luxemburg heeft eind september 2023 vastgesteld dat de Nederlandse vergunningsinstantie Ctgb voor de toelating van pesticiden het voorzorgsbeginsel niet hanteert en niet beoogt een hoog beschermingsniveau voor mens en milieu te realiseren. 

Momenteel wordt onafhankelijke wetenschap door het Ctgb buiten beschouwing gelaten, worden verouderde richtlijnen gehanteerd (niet alleen voor bijen, ook voor insecten) en wordt er de andere kant op gekeken bij het monitoren van data en opkomende ziekten bij mensen die verband houden met pesticiden, zoals Parkinson.

Het is nu aan de verantwoordelijke minister van landbouw om het Ctgb versneld geschikt te maken voor zijn wettelijke taken. En de volledige verantwoordelijkheid te nemen voor alle gevolgen voor mens en milieu, die het Ctgb met zijn desastreuze werkwijze en besluiten welbewust heeft veroorzaakt gedurende langere tijd.

Een direct verbod op alle pesticiden waarover enige twijfel bestaat is het minste wat nu moet gebeuren. Het Ctgb verhuist van het ministerie van landbouw naar volksgezondheid. Die moet uitzoeken wie opdracht heeft gegeven voor de bovenstaande jarenlange laakbare praktijken. Nog een parlementaire enquête naar bestuurlijke misstanden?

Waar groeien we naar toe Nanne

Wettelijke natuur- en klimaatdoelen

Alle vormen van schade aan de huidige en toekomstige leefomgeving (ecocide) vallen onder het strafrecht. Dat geldt ook voor de financiers en de uitgevers van vergunningen, die bewust maatschappelijke schade mogelijk (blijven) maken.

De leiding van bedrijven of instellingen wordt hoofdelijk aansprakelijk gesteld, zodat er niet meer (eindeloos) juridisch geschikt kan worden met bedrijfskapitaal of publieke gelden.

De vervuiler wordt beter gecontroleerd (geen zelfcontroles meer), gaat veel meer betalen of verdwijnt. Biomassastook en kerncentrales verdwijnen. De zware industrie, de transportsector en de industriële landbouw en veehouderij worden aanzienlijk kleiner in omvang. De luchtvaart per direct. De wettelijke natuur- en klimaatdoelen worden zo eerder haalbaar.

Alle warmtenetten worden gevoed met water van lagere temperatuur (naar te isoleren gebouwen) en moeten bij voorkeur tevens geschikt zijn voor de snel toenemende vraag naar koeling met een veel lager energieverbruik. Hoge temperatuur warmtenetten (zoals biomassastook en WarmteLinq van de fossiele havenindustrie) zijn daarvoor ongeschikt.

Aanpakken van de maatschappelijke ongelijkheid: 4 voorbeelden

1. Subsidies en belastingen

Fossiele grootverbruikers betalen het minste mee aan de natuur- en klimaatcrisis, maar profiteren financieel het meest dankzij hun te lage prijzen door de jaarlijks tientallen vele miljarden aan subsidies en belastingkortingen. Kleinverbruikers (inwoners en MKB) betalen de hoogste energiebelastingen en andere energieheffingen.

Blokkade duurzame toekomst met fossiele subsidies Tjeerd

Vanwege de huidige ongelijkheid moeten de energiebelastingen en andere energieheffingen fors worden verlaagd voor alle kleinverbruikers en navenant worden verhoogd voor alle grootverbruikers. Zo verdwijnt tevens het huidige gesubsidieerde prijsvoordeel van vervuilers t.o.v. duurzame initiatieven, ook op voedselgebied.

De stikstof- en klimaatfondsen worden niet ingezet voor bedrijven, die profiteren van financiële (internationale) voordelen, die de natuur- of klimaatschade in stand houden.

2. Salderen

De aanleiding voor de voorgenomen afschaffing is het mislopen van energiebelastingen door de overheid. De overheid heft echter buitensporig hoge energiebelastingen bij kleinverbruikers vergeleken met grootverbruikers. Dat is de reden dat ze nu geld ‘misloopt’ met salderen.

Terugleveren energie

In de huidige wet staat dat een leverancier minimaal 80% (met een nader te bepalen bovengrens) van het levertarief (exclusief heffingen) moet betalen als teruglevertarief aan klanten met zonnepanelen. In de praktijk zijn de teruglevertarieven lager.

Inmiddels verlagen sommige grote energiebedrijven de teruglevertarieven nog veel verder, omdat zij ‘last’ hebben van de tijdelijke energieoverschotten. Die overschotten worden mede veroorzaakt door (hun eigen) fossiele centrales die stug blijven doorstoken bij een overschot.

Het verlagen van de teruglevertarieven is in strijd met de intentie van de huidige wet. Alleen daarom al moet de Eerste Kamer afzien van de voorgenomen afschaffen van de salderingsregeling. Maar er zijn meer redenen.

Een kwart van alle zonnepanelen ligt op huurwoningen. Die zijn daar gekomen dankzij een hogere huurprijs en lagere energiekosten. De voorgenomen afschaffing van de salderingsregeling treft deze huurders dus hard.

uitleg salderen

De saldering kost overigens weinig in vergelijking met de opbrengsten, zoals een structureel lager verbruik aan fossiele brandstoffen en een lagere afhankelijkheid van twijfelachtige regimes en fossiele multinationals. De vermeende 'hoge' kostenpost van salderen zal bovendien fors dalen, zodra alle kleinverbruikers minder energiebelastingen gaan betalen.

Na ingrijpen op de nu nog slecht werkende energiemarkt, die vooral is ingericht op fossiele brandstoffen, geldt bovendien een steeds lagere kale stroomprijs voor iedereen. Want duurzame energie heeft een lagere werkelijke kostprijs dan fossiele brandstoffen, biomassa en kernenergie.

Het is daarom veel relevanter om alle natuur- en klimaatschadelijke fossiele en andere brandstoffen extra te gaan beprijzen. Dat kost geen belastinggeld en helpt om het energieverbruik snel en serieus te verlagen, zoals aangetoond sinds de oorlog met Rusland.

3. Schadelijke consumptie en productie

Onhoudbare levensstijl Tjeerd bij Nieuws

Hoe rijker, hoe meer CO2-uitstoot en milieuvervuiling, waar vooral de armen het meeste onder lijden. Die kunnen zichzelf minder goed aanpassen, beschermen of vluchten naar veilige oorden. Deze vorm van ongelijkheid wordt, zoals eerder al gesteld, bestreden door de tientallen miljarden aan (fossiele) subsidies, aftrekposten of belastingkortingen af te schaffen.

De vervuiler gaat bovendien een jaarlijks stijgende CO2-heffing betalen. Dat bevordert de noodzakelijke CO2-besparingen. Bedrijven die dat onvoldoende kunnen of willen zullen geleidelijk verdwijnen.

Ook inwoners krijgen te maken met een (nader uit te werken) vast en niet-overdraagbare CO2-budget per inwoner, ook zakelijk. Dit budget heeft een beperkte omvang gericht op een duurzame leefstijl. De overschrijding van dit vaste CO2-budget voor consumptie wordt jaarlijks verder beperkt en bovendien steeds duurder.

4. Schoon (drink)water

Watervoetafdruk per Nederlander per dag Trouw

Om de snel toenemende drinkwaterproblemen en het hoge waterverbruik te lijf te gaan is een breed pakket van maatregelen nodig. Een deel daarvan staat ook in een recente brandbrief van de waterleidingbedrijven aan het kabinet.
  • Iedere inwoner heeft recht op gratis drinkwater tot een bepaalde hoeveelheid per jaar, bijvoorbeeld 50% van het huidige gemiddelde verbruik.
  • Daarboven nemen de vaste en variabele waterkosten snel toe. Denk aan een factor 5 bij een iedere verdubbeling van het verbruik.
  • Dat gaat ook gelden voor bedrijven, zodat ook deze worden gestimuleerd om veel zuiniger om te gaan met water en hun producten tevens een faire kostprijs krijgen.
  • Grootverbruikers krijgen daarnaast een plafond opgelegd van 50% van hun huidige verbruik, ook via de import. Dat plafond gaat jaarlijks verder omlaag.
  • Grootverbruikers zijn o.a. privézwembaden, de (petro)chemie, Tata Steel, Heineken, de bloementeelt en datacenters.
  • Om het beschikbare water beter te kunnen beheren komt er een algemeen verbod voor iedere vorm van wateronttrekking. Daaronder vallen o.a. waterbekkens, waterputten en het aftappen van rivieren, sloten en beken.
  • Het waterpeil wordt zo veel als mogelijk verhoogd in laaggelegen polders om verzilting en verdroging tegen te gaan.
  • Verzilting is schadelijk voor iedereen en krijgt daarom een hogere prioriteit dan woningen en bedrijven inclusief de industriële landbouw en veehouderij.
  • Natuur en veengronden krijgen meer ruimte voor waterbuffers en natuurlijke CO2-opslag.
  • Alle vervuilende lozingsvergunningen worden ingetrokken en vervangen door een nieuw vergunningenstelsel gericht op nullozingen, waarbij drinkwaterbedrijven medebepalend worden.

Brede welvaart vervangt economische groei

Mensen kunnen niet zonder voldoende biodiversiteit. De tijd is voorbij dat een individu, bedrijf of overheid alles kan doen of laten, waarbij de huidige of toekomstige leefomgeving in gevaar wordt gebracht. Randvoorwaarde daarbij is een overheid die schadelijk gedrag serieus gaat beprijzen of verbieden en natuur- of klimaatvriendelijk gedrag gaat belonen.

11 Onderdelen Brede Welvaart
Toelichting: deze 11 onderwerpen bepalen de Brede Welvaart

De focus op de mens-, natuur- en klimaatvernietigende fossiele en materialistische economische groei met de bijbehorende grote maatschappelijke ongelijkheid verdwijnt. In de plaats komt de zogenaamde Brede Welvaart, een internationale meetlat voor het maatschappelijk welzijn in een volwassen rechtsstaat.

Met als uiteindelijk resultaat: een betere biodiversiteit, schonere lucht, bodem en water, minder lawaai en minder gezondheidsklachten. En zonder (extra) klimaatschade, mede dankzij een structureel lager energieverbruik met duurzame energie. Dat alles tegen lagere maatschappelijke kosten inclusief de grondwettelijke bestaanszekerheid voor iedereen.

Kortom, een betere leefomgeving voor de huidige én toekomstige generaties.

Brede Welvaart NL UU